De Tweede Kamer heeft op 28 juni 2022 het wetsvoorstel Wet aanpassing fiscale regeling aandelenoptierechten aangenomen.

Het kabinet constateert dat de rente-, royalty- en dividendstromen vanuit Nederland naar laagbelastende landen aanzienlijk zijn afgenomen van € 38,5 miljard in 2019 naar € 6 miljard in 2021. Dit is een indicatie dat de bronbelasting het gewenste effect heeft. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën in een monitoringsbrief over de effecten van de aanpak van belastingontwijking.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat het aannemelijk is dat X op het moment dat de inspecteur er de eerste keer om vroeg, nog wel beschikte over de bankafschriften van zijn buitenlandse limited. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.

Staatssecretaris De Vries van Financiën heeft het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen bij de Tweede Kamer ingediend. Met de hersteloperatie probeert de overheid de gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire recht te doen en hen te helpen een nieuwe start te maken.

Naar aanleiding van een WOB-verzoek over saldo-verklaringen is een werkinstructie van de Belastingdienst verstrekt, zie V-N 2022/21.31.3. De indiener van het WOB-verzoek heeft vervolgens bezwaar gemaakt tegen de beslissing en aangegeven dat ten onrechte de werkinstructie voor controle/fraude van reeds bestaande saldoverklaringen niet openbaar is gemaakt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X geen recht heeft op het verlaagde tarief van 2% overdrachtsbelasting voor de tweede woning, omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor gebruik als hoofdverblijf.

Het Kerst-arrest¹ en de juni-arresten², in combinatie met de nasleep van het besluit om niet-bezwaarmakers geen rechtsherstel te bieden (Kamerstukken II 2022/23, 32140, nr. 137), hebben de fiscale praktijk ertoe gebracht om tegen elke fiscale beschikking met een ‘gevoelde onevenredigheid’ bezwaar te maken. Op (zakelijke) social media regent het dan ook berichten met slogans als ‘bezwaar, bezwaar, bezwaar’.

De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van X niet kunnen leiden tot vernietiging van de verwijzingsuitspraak (art. 81 lid 1 Wet RO). Ambtshalve wordt overwogen dat meer dan twee jaren zijn verstreken na het instellen van het cassatieberoep, zodat de redelijke termijn is overschreden.