Hof Amsterdam oordeelt dat de mediationactiviteiten van X geen bron van inkomen vormen. De activiteiten zijn voorzienbaar verliesgevend en X verricht de activiteiten, naar eigen zeggen, op vrijwillige basis.

X verantwoordt sinds 2009 een negatief ROW in verband met zijn organisatieadviesbureau dat is gericht op mediation in het kader van buurtbemiddeling. De inspecteur is van mening dat geen sprake is van een bron van inkomen en corrigeert de IB-aangifte 2015. X gaat in beroep en ontvangt de uitnodiging voor de zitting van 12 juni 2020 uiteindelijk op 11 juni 2020. X verzoekt om uitstel van de zitting, hetgeen het hof afwijst. X gaat in cassatie. De Hoge Raad oordeelt dat het hof zijn weigering om de zitting uit te stellen onvoldoende heeft gemotiveerd en verwijst de zaak naar Hof Amsterdam.

Hof Amsterdam oordeelt dat het verzoek om uitstel van de zitting had moeten worden toegewezen. X kwam door de late ontvangst van de uitnodiging voor de zitting namelijk in tijdnood inzake de voorbereiding van de zitting. Het hof gaat vervolgens inhoudelijk in op de zaak en volgt daarbij het oordeel van de rechtbank dat de inspecteur terecht het aangegeven negatieve ROW volledig heeft gecorrigeerd. Aangezien aannemelijk is dat de activiteiten voorzienbaar verliesgevend zijn, is er geen sprake van een bron van inkomen. Daarbij is ook van belang dat X de activiteiten, naar eigen zeggen, op vrijwillige basis verricht. Het gelijk is aan de inspecteur.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:56

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 10 februari

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen