Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de Belastingdienst bevoegd was om een verliesherzieningsbeschikking aan X op te leggen. 

Belanghebbende, X, ontplooit als zelfstandige diverse activiteiten in de medische wereld. In geschil is of de Belastingdienst het verlies uit werk en woning van € 20.496 terecht via een herzieningsbeschikking heeft gecorrigeerd naar nihil, omdat er geen sprake zou zijn van een bron van inkomen aan de zijde van X.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de Belastingdienst bevoegd was om een verliesherzieningsbeschikking aan X op te leggen. De aangifte IB/PVV is ingediend door een gerenommeerd kantoor en hoefde de inspecteur geen aanleiding te geven tot twijfel aan de juistheid daarvan. De feiten die bij het boekenonderzoek aan het licht kwamen, vormen een nieuw feit dat herziening van het verlies mogelijk maakt. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de vraag of sprake is van een bron van inkomen ten aanzien van X VOF enerzijds, en Y VOF en Z VOF anderzijds, afzonderlijk moet worden beantwoord. Ten aanzien van Y VOF en Z VOF is sprake van een bron van inkomen, die zijn oorsprong vindt in 2007. Dit betekent dat de inspecteur een te hoog bedrag aan verlies heeft herzien. In zoverre is het beroep van X gegrond. X heeft overigens niet aannemelijk gemaakt dat hij voor Y VOF en Z VOF voldeed aan het urencriterium voor de zelfstandigenaftrek.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.76

Wet inkomstenbelasting 2001 3.6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.151

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 2 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen