X is bestuurder en enig aandeelhouder van BV 1. BV 1 is bestuurder en enig aandeelhouder van BV 2. BV 2 heeft in de jaren 2014 - 2015 een Ferrari 412 op naam staan. In de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2016 en 2017 heeft de inspecteur een verlies uit werk en woning vastgesteld en deze verliezen achterwaarts verrekend met het belastbaar inkomen uit werk en woning in de jaren 2013 en 2014. Na een onderzoek over de jaren 2014 - 2017 concludeert de inspecteur dat X in 2014 ten onrechte geen bijtelling voor privégebruik van de auto heeft toegepast en dat het belastbaar inkomen voor de jaren 2016 en 2017 moet worden gecorrigeerd. De inspecteur legt navorderingsaanslagen IB/PVV 2014 en Zvw 2014 op en neemt de verliesverrekening voor de jaren 2013 en 2014 terug. X gaat in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verliesverrekening voor de jaren 2013 en 2014 terecht is teruggenomen. De navorderingsaanslagen voor de jaren 2016 en 2017 zijn vastgesteld vóór de navorderingsaanslagen voor de jaren 2013 en 2014, wat in overeenstemming is met de vereiste volgorde. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat X niet aantoont dat hij de auto in 2014 voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt. X heeft geen rittenregistratie of andere bewijsstukken overgelegd die dit kunnen onderbouwen. De inspecteur heeft terecht een correctie in aanmerking genomen voor het privégebruik van de auto. De beroepen zijn ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Wet inkomstenbelasting 2001 3.151
Wet inkomstenbelasting 2001 3.150
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 18 april
Informatiesoort: VN Vandaag