Belanghebbende, X bv, exploiteert rondvaartboten en biedt tegen betaling rondvaarten aan door de wateren van Amsterdam. X bv heeft op aangifte vermakelijkheidsretributie te water voldaan voor de periode over het tweede kwartaal 2007 tot en met het derde kwartaal van 2009. In geschil is of de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam de meerderheidsregel heeft geschonden.
Hof Amsterdam oordeelt dat de vermakelijkheidsretributie voor 2007 en 2008 moet komen te vervallen wegens strijd met de meerderheidsregel. Allereerst oordeelt het hof dat de toets van de meerderheidsregel kan worden toegepast in een geval als het onderhavige waarin sprake is van voldoening op aangifte (vgl. HR 11 maart 1998, nr. 32 723, BNB 1998/266). Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat de exploitanten van zee- en riviercruiseschepen geen rol spelen bij de toepassing van de meerderheidsregel omdat deze anders dan X bv geen vermakelijkheden bieden als bedoeld in de gemeentelijke verordening. Van de 200 potentiële belastingplichtigen zijn er in 2007 90 die daadwerkelijk kwalificeren als belastingplichtig voor de vermakelijkhedenretributie. Van deze 90 heeft de gemeente er 40 daadwerkelijk in de heffing betrokken. Voor 2008 is dit 40 op de 87 en voor 2009 gaat het om 52 op 86. Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar in zoverre gegrond dat de rechtbank ten onrechte voor alle drie de jaren het gelijkheidsbeginsel geschonden achtte. Voor 2009 is dat nl. niet het geval.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 28 februari