Rechtbank Limburg vermindert de aan X opgelegde aanslag rioolheffing van € 22.649,25 omdat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft in de kostendekkendheid van de rioolheffing van de gemeente Stein.
X is een woningbouwstichting. Zij maakt bezwaar tegen een aanslag rioolheffing van Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen. Die aanslag heeft onder meer betrekking op percelen in de gemeente Stein.
Rechtbank Limburg vermindert de aan X opgelegde aanslag rioolheffing van € 22.649,25 omdat de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft in de kostendekkendheid van de rioolheffing van de gemeente Stein. De heffingsambtenaar heeft de twijfel die er bestaat over de omvang van de begrote kapitaallasten onvoldoende weggenomen. De heffingsambtenaar heeft niet voldoende inzichtelijk gemaakt waarom de omslagrente voor 2014 is gesteld op 4,07%. In art. 7 lid 3, van de Financiële Verordening is bepaald dat het percentage van de omslagrente wordt bepaald door de totale rentelasten te delen door het totaalbedrag van alle vaste activa. De heffingsambtenaar wordt dus geacht kennis te hebben van alle variabelen die uiteindelijk tot het percentage van de omslagrente leiden. Daarbij komt voorts dat de heffingsambtenaar niet heeft bestreden dat richting de raad niet expliciet is vermeld dat een ander rentepercentage is gehanteerd. Nu de heffingsambtenaar onvoldoende inzicht heeft gegeven in de lasten en baten van de rioolheffing over 2014, is de verordening jegens X onverbindend (zie HR 13 april 2012, V-N 2012/20.30). De rechtbank vermindert de aanslag met het bedrag dat ziet op in de gemeente Stein gelegen percelen.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Limburg
Editie: 18 juni