Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de box 3-heffing voor X een individuele en buitensporige last vormt. De box 3-heffing kan weliswaar worden betaald uit het rendement dat op het vermogen is behaald, maar het besteedbaar netto-inkomen zakt hierdoor onder bijstandsniveau.
Belanghebbende, X, en zijn partner genieten in 2018 geen inkomsten in box 1 of 2. Over hun vermogen van € 1,3 mln betalen zij over 2018 € 10.451 aan box 3-belasting. X is van mening dat de box 3-belasting een individuele en buitensporige last vormt aangezien de werkelijke gerealiseerde inkomsten in box 3 slechts € 26.427 bedragen. X stelt in 2018 € 80.199 aan koersverliezen te hebben geleden, waardoor het daadwerkelijke, totale rendement op het vermogen over 2018 daarom € 53.772 negatief bedraagt.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de box 3-heffing voor X een individuele en buitensporige last vormt. De box 3-heffing kan weliswaar worden betaald uit het rendement dat op het vermogen is behaald, maar het besteedbaar netto-inkomen bedraagt slechts € 15.617. Het netto besteedbaar inkomen zakt daarmee onder bijstandsniveau. X zou dan moeten interen op zijn vermogen om de box 3-belasting te kunnen voldoen, hetgeen de wetgever niet bedoeld kan hebben. De rechtbank biedt vervolgens rechtsherstel door het te betalen bedrag aan belasting vast te stellen op € 3250. Het gelijk is aan X.
Lees ook het thema Box 3.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 19 november
Focus: Focus
Carrousel: Carrousel