Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het conservatoir beslag geen waarde verminderende factor vormt. Verder kan ook niet worden gezegd dat op de relevante peildata al sprake was van een verplichting waaraan een waarde in het economische verkeer kan worden toegekend.
Naar aanleiding van zijn verzoek om tot inkeer te komen, start Justitie een onderzoek naar de herkomst van het vermogen van X. Omdat Justitie vermoedt dat het vermogen van X afkomstig is uit witwasserij, wordt beslag gelegd op het saldo van een buitenlandse bankrekening. Volgens X moet bij het vaststellen van de box 3-grondslag rekening worden gehouden met een schuld van 90% van het saldo van de buitenlandse bankrekening. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X aannemelijk maakt dat op de peildatum een verplichting met een waarde in het economisch verkeer aanwezig is. X maakt echter niet aannemelijk dat de schuld een waarde heeft van 90% van het banksaldo. De waarde van de schuld wordt vastgesteld op 10% van het saldo.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het conservatoir beslag geen waarde verminderende factor vormt. Verder kan ook niet worden gezegd dat op de relevante peildata al sprake was van een verplichting waaraan een waarde in het economische verkeer kan worden toegekend. Daarbij wijst het hof er op dat X iedere strafbare gedraging ontkent. Ondanks het feit dat X strafrechtelijk wordt vervolgd, staat ook nog niet vast dat het OM jegens hem een vordering zal instellen. Tot welk bedrag een eventuele vordering zal worden ingesteld is dan in het geheel niet duidelijk. Aan een inschatting van de kans dat een verplichting met een waarde in het economische verkeer op vordering van het OM in de toekomst zal ontstaan, komt het hof dan ook niet toe. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema Box 3.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 26 oktober