Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de middelingsbeschikking niet vernietigd kan worden vanwege het verbod op reformatio in peius.

De aan X opgelegde aanslagen IB/PVV voor de jaren 2016-2018 staan nog niet onherroepelijk vast. Hij heeft de inspecteur verzocht om middeling van de IB/PVV over die jaren. De inspecteur heeft voor die jaren een middelingsbeschikking gegeven aan X. Op grond van de middelingsbeschikking heeft X recht op een teruggaaf van € 1783. X voert in bezwaar tegen de middelingsbeschikking aan dat het verzoek om middeling door de inspecteur nog niet ingewilligd had mogen worden, omdat de aan het verzoek ten grondslag liggende aanslagen IB/PVV nog niet onherroepelijk vaststonden. X verzoekt om die reden de inspecteur het bezwaar aan te houden totdat die aanslagen onherroepelijk vaststaan. De inspecteur wijst dat bezwaar af, maar zegt wel toe dat de middelingsbeschikking wordt herzien in het voordeel van belanghebbende als uitspraken van de procedures tegen de aanslagen IB/PVV daartoe aanleiding geven. X gaat in beroep. In geschil is of de ten onrechte gegeven middelingsbeschikking door de inspecteur terecht in bezwaar in stand is gehouden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de middelingsbeschikking niet vernietigd kan worden vanwege het verbod op reformatio in peius.  De rechtbank begrijpt dat X vernietiging van de middelingsbeschikking vordert zodat hij de mogelijkheid heeft om na het onherroepelijk worden van de aanslagen te verzoeken om de beschikking op een hoger bedrag vast te stellen, maar op dit moment geen hoger bedrag aan ‘middelingsvoordeel’ bepleit. Die beroepsgrond kan niet slagen omdat X dan feitelijk slechter af zou zijn door het instellen van beroep. Het reeds toegekende bedrag zal dan namelijk moeten worden terugbetaald. Bovendien heeft de inspecteur zowel in de uitspraak op bezwaar als ter zitting bij de rechtbank toegezegd dat hij eventueel ambtshalve teruggave zal verlenen indien daarvoor aanleiding is. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.154 (oud

BWBR0011353, 3.154 (oud)

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 30 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

482

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen