Aan X is een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd. X wordt in beroep door de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald. In verzet blijkt dat dit onterecht was omdat gemachtigde van X rekening-couranthouder is bij de rechtbank, zodat het bedrag had moeten worden afgeboekt. De gemeente vernietigt, hangende het beroep, de naheffingsaanslag.
Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat X geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijk oordeel over de tegen de naheffingsaanslag aangevoerde beroepsgronden. De naheffingsaanslag is vernietigd, zodat het beroep niet meer tot een gunstiger resultaat kan leiden. Het belang bij een beslissing op het beroep kan niet zijn gelegen in de mogelijkheid dat de rechter het bestuursorgaan veroordeelt tot vergoeding van griffierecht en/of proceskosten (HR 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO5988). Het beroep is derhalve niet-ontvankelijk. De gemeente moet de proceskosten vergoeden. De rechtbank vindt dat een parkeerbelastingzaak als zeer licht moet worden aangemerkt, zodat een wegingsfactor van 0,25 op zijn plaats is.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 25 januari