Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen conform het standpunt van de inspecteur moeten worden vernietigd, aangezien de aan de partner toegerekende inkomsten bij uitspraak van heden (zie nr. 15/08503) deels in stand zijn gebleven.

Belanghebbende, mevrouw X, heeft een kind dat is geboren in 2000. X verblijft in de woonwagen van een ambulante handelaar in huishoudelijke artikelen. De handelaar is de vader van haar kind, maar hij staat in Duitsland ingeschreven. De inspecteur gaat er vanuit dat X en de vader een gezamenlijke huishouding voeren en legt na een strafrechtelijke doorzoeking aanslagen aan hem op. Aangezien niet duidelijk is welk deel van de gezamenlijke inkomsten voor rekening van X zijn gekomen, zijn ter behoud van rechten alle inkomsten zowel aan X als aan hem toegerekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen conform het standpunt van de inspecteur moeten worden vernietigd, aangezien de aan de vader opgelegde aanslagen bij uitspraak van heden (zie nr. 15/08503) deels in stand zijn gebleven. De beroepen van X zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 17 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen