Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat voor het instellen van het beroep sprake is van een omstandigheid die de termijnoverschrijding verontschuldigt nu X grotendeels op bed lag wegens corona.

X drijft een eenmanszaak en heeft voor de aangifte IB/PVV 2017 een verlies aangegeven. De inspecteur stelt vragen naar aanleiding van de aangifte, maar krijgt geen antwoord van X. De inspecteur corrigeert de aangifte. Het opgegeven verlies wordt niet in aanmerking genomen. X gaat in bezwaar tegen de aanslag IB/PVV 2017. De inspecteur behandelt het bezwaar wegens termijnoverschrijding als verzoek tot ambtshalve vermindering. Het bezwaar wordt wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk verklaard en het verzoek tot ambtshalve vermindering wordt afgewezen. X stelt beroep in. Het beroepschrift is buiten de wettelijke beroepstermijn ingediend. 

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat voor het instellen van het beroep sprake is van verontschuldigbare termijnoverschrijding. Het beroepschrift is niet tijdig ingediend. Er is echter sprake van een omstandigheid die de termijnoverschrijding verontschuldigt als bedoeld in art. 6:11 Awb omdat X grotendeels op bed lag wegens corona. Het beroep is ontvankelijk. Voor de termijnoverschrijding in bezwaar geeft X geen reden. De inspecteur verklaart het bezwaar daarom terecht niet-ontvankelijk. Verder maakt X niet aannemelijk dat sprake is van een materiële onderneming. De aangifte is terecht door de inspecteur gecorrigeerd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 22j

Algemene wet inzake rijksbelastingen 26c

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:9

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Dossiers: Corona

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 22 maart

23

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen