Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de uiterlijke bekendmakingsdatum van 1 september 2021 uitsluitend is bedoeld om gemeenten de gelegenheid te geven het kostenbedrag voor 2022 tijdig aan te passen. Het maakt niet uit dat de minister het nieuwe maximum van € 66,50 pas op 13 september 2021 heeft gepubliceerd. De Verordening is niet onverbindend.

X betaalt op 18 augustus 2022 geen of te weinig parkeerbelasting. In geschil is of door de gemeente Amsterdam terecht een naheffingsaanslag is opgelegd, bestaande uit de parkeerbelasting en € 66,50 aan kosten. Volgens X heeft de minister in 2021 niet tijdig het maximale bedrag aan kosten voor 2022 bekendgemaakt, zodat de gemeentelijke verordening op dit punt onverbindend is.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de uiterlijke bekendmakingsdatum van 1 september 2021 uitsluitend is bedoeld om gemeenten de gelegenheid te geven het kostenbedrag voor 2022 tijdig aan te passen. Het maakt dus niet uit dat de minister het nieuwe maximum van € 66,50 pas op 13 september 2021 heeft gepubliceerd. De Verordening is niet onverbindend. Daarnaast is vanaf 1 juli 2019 de grondslag van het kostenverhaal verbreed. X stelt vergeefs dat de kosten van parkeerautomaten slechts deels samenhangen met de inning van niet-betaalde parkeerbelasting. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 234

Gemeentewet 225

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Editie: 16 januari

Informatiesoort: VN Vandaag

92

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen