X is eigenaar van een woning en heeft voor het belastingjaar 2023 aanslagen watersysteemheffing gebouwd en ingezetenen opgelegd gekregen. De aanslagen zijn gebaseerd op de Verordening watersysteemheffing. Belanghebbende stelt dat hij de tariefstelling niet kan controleren omdat niet alle relevante stukken zijn overgelegd. De heffingsambtenaar stelt dat alle op de zaak betrekking hebbende stukken zijn overgelegd. In geschil is of de heffingsambtenaar alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd en of de aanslagen watersysteemheffing terecht en niet naar te hoge bedragen zijn opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar alle op de zaak betrekking hebbende stukken heeft overgelegd en dat de aanslagen watersysteemheffing terecht en niet naar te hoge bedragen zijn opgelegd. De rechtbank ziet geen aanleiding om de Verordening watersysteemheffing (gedeeltelijk) onverbindend te verklaren. Het beroep van belanghebbende is ongegrond, waardoor de aanslagen watersysteemheffing in stand blijven.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Editie: 26 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag