Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart in navolging van de rechtbank de verordeningen rioolheffing van de gemeente Menterwolde over de jaren 2013 en 2014 onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet.
Belanghebbende, X, is een woningcorporatie. De heffingsambtenaar van de gemeente Menterwolde legt aan haar aanslagen rioolheffing 2013 en 2014 op van € 361.307 respectievelijk € 373.174. In geschil is of de gemeente de opbrengstnorm heeft geschonden.
Hof Arnhem-Leeuwarden verklaart in navolging van de rechtbank de verordeningen rioolheffing van de gemeente Menterwolde over de jaren 2013 en 2014 onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet. Ook in hoger beroep heeft de heffingsambtenaar naar het oordeel van het hof de redelijke twijfel van X niet weg kunnen nemen over de post “Mutatie egalisatiereserve riolering”. Voor zover al sprake is van in hoger beroep voor het eerst overgelegde stukken, maken zij slechts duidelijk dat de egalisatiereserve riolering een sluitpost is: slechts het verschil tussen de geraamde baten en geraamde (overige) lasten. Anders dan de heffingsambtenaar bepleit, kan een dergelijk verschil niet zonder meer gelijk worden gesteld met een (als last ter zake van de riolering op te nemen) reservering voor toekomstig onderhoud of toekomstige vervangingsinvesteringen. Zijn stelling dat het geraamde overschot spaarbedragen voor toekomstige vervangingsinvesteringen betreft, heeft de heffingsambtenaar, naar het oordeel van het Hof, niet duidelijk gemaakt. De reserve vormt geen schommelfonds. Verder oordeelt het hof dat de heffingsambtenaar ten onrechte twee “lasten ter zake” heeft opgevoerd waarmee bij de raming van baten en lasten geen rekening is gehouden. Dit is niet toegestaan (vgl. Hof Arnhem-Leeuwarden 15 september 2015, nr. 14/01066, V-N 2015/66.22).
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 19 februari