Eiseres, X, is de gebruiker van een gecombineerd verpleeg- en verzorgingstehuis. De begane grond van de linkervleugel betreft een gesloten unit met 22 eenpersoonswooneenheden waar psychogeriatrische zorg wordt geboden aan de bewoners. De wooneenheden bestaan uit een woonslaapkamer, een badkamer met douche en toilet en een pantry die overigens niet geschikt is om te koken. Op de eerste verdieping van de linkervleugel bevindt zich de somatische verpleegafdeling waar acht eenpersoonswooneenheden beschikbaar zijn voor bewoners. Op de begane grond en de eerste verdieping van de rechtervleugel van het pand zijn in totaal 46 eenpersoonskamers en 2 tweepersoonskamers gesitueerd die zijn ingericht voor zorg van patiënten met een medische indicatie. Voor de 2 tweepersoonskamers zijn een sociale en medische indicatie vereist. Alle wooneenheden zijn afsluitbaar, maar altijd toegankelijk voor het personeel voor het verlenen van zorg en verpleging. In geschil is of het tehuis delen bevat die in hoofdzaak tot woning dienen dan wel in hoofdzaak dienstbaar zijn voor woondoeleinden als bedoeld in art. 220e van de Gemeentewet. De waarde van deze zogeheten 'woondelen' is vrijgesteld van gebruikersbelasting OZB. Rechtbank Middelburg oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Veere terecht het standpunt inneemt dat in het onderhavige verpleeg- en verzorgingstehuis geen woondelen te onderkennen zijn. De heffingsambtenaar heeft onweersproken gesteld dat alle bewoners in het pand door het Centraal Indicatieorgaan zijn geïndiceerd met de indicatie 'zorg met verblijf' en uitsluitend op grond van deze indicatie in het tehuis verblijven. Op grond van artikel 9 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ omvat 'verblijf' verblijf in een instelling met samenhangende zorg bestaande uit persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding of behandeling, voor een verzekerde met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking of een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke handicap, indien die verzekerde aangewezen is op een beschermende woonomgeving, een therapeutisch leefklimaat of permanent toezicht. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de verzorging en verpleging van de bewoners zozeer overheersend zijn dat de woonfunctie daarin opgaat. De rechtbank oordeelt dat het gelijk aan de heffingsambtenaar is en verklaart het beroep van X ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Middelburg
Editie: 27 mei