Belanghebbende, X, is in de jaren 2012 en 2013 als psychiatrisch verpleegkundige in dienstbetrekking werkzaam. Daarnaast staat X als zelfstandige ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en verleent zij via een bemiddelingsbureau voornamelijk 24-uurs zorg aan terminaal zieken, zogenaamde AWBZ-zorg in natura bij thuiszorginstellingen (zorgaanbieders). De inspecteur trekt de eerder aan X verleende VAR-WUO voor de jaren 2012 en 2013 in en merkt de voordelen uit haar werkzaamheden als zorgverlener aan als loon uit dienstbetrekking (VAR-Loon). X is het hier niet mee eens en komt in beroep. Rechtbank Noord-Nederland is van mening dat van zelfstandigheid van X ten opzichte van de zorgaanbieder geen sprake is en dat X geen feiten en omstandigheden aannemelijk heeft gemaakt op grond waarvan kan worden geconcludeerd dat X ondernemersrisico loopt. X verricht de betreffende werkzaamheden dan ook niet voor eigen rekening en risico en is geen ondernemer voor de inkomstenbelasting. Vervolgens beslist de rechtbank dat sprake is van een arbeidsovereenkomst in de zin van artikel 7:610 BW tussen X en de zorgaanbieder. Het bemiddelingsbureau heeft uitsluitend de opdracht aangenomen om te bemiddelen bij het tot stand komen van overeenkomsten tussen zorgverleners en zorgaanbieders. De inspecteur heeft terecht voor de jaren 2012 en 2013 een VAR-Loon afgegeven. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.8
Wet inkomstenbelasting 2001 3.5
Wet inkomstenbelasting 2001 3.4
Wet inkomstenbelasting 2001 3.156
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 7 mei