Hof Arnhem-Leeuwaren oordeelt in hoger beroep dat mevrouw X aan haar VAR-wuo voor de periode 1 januari 2013 tot en met 14 oktober 2013 het in rechte te honoreren vertrouwen kan ontlenen dat de voordelen die zij als zorgverlener heeft genoten winst uit onderneming zijn.

Mevrouw X werkt als zelfstandig verpleegkundige in de thuiszorg. Voor 2013 is aan X een verklaring arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) afgegeven. Op 15 oktober 2013 wordt deze VAR herzien en gewijzigd in een VAR-loon. In deze herzieningsbeschikking staat dat de nieuwe verklaring geldig is van 15 oktober 2013 tot en met 31 december 2013. Deze beschikking staat onherroepelijk vast. In geschil is de IB-aanslag over 2013. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is X voor 2013 geen IB-ondernemer. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwaren oordeelt dat X aan haar VAR-wuo voor de periode 1 januari 2013 tot en met 14 oktober 2013 het in rechte te honoreren vertrouwen kan ontlenen dat de voordelen die zij als zorgverlener heeft genoten winst uit onderneming zijn. De inspecteur stelt vergeefs dat een VAR enkel dient tot zekerheid voor de opdrachtgevers en dat X bij haar aanvraag ten onrechte de indruk heeft gewekt dat zij aansprakelijk is voor eventuele fouten. Het is namelijk zeer verdedigbaar dat X bij fouten zelf ook aansprakelijk is en niet alleen de zorgaanbieder. Het beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.156

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen