Belanghebbende, de heer X, woont in Nederland en neemt in 2006 tot en met 31 oktober 2008 deel aan via het internet aangeboden buitenlandse kansspelen en aan live pokertoernooien in Las Vegas en Melbourne. Vanaf 2005 heeft X een sponsor met wie hij een 'Revenue Sharing Agreement' heeft gesloten. Op grond hiervan neemt de sponsor eventuele verliezen van X voor zijn rekening, maar moet X wel 60% van de winst aan de sponsor afdragen. In geschil zijn de naheffingsaanslagen kansspelbelasting.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de op grond van de Revenue Sharing Agreement aan de sponsor betaalde bedragen niet in mindering kunnen komen op de heffingsgrondslag. Ondanks de overeenkomst is X namelijk uitsluitend de gerechtigde tot de prijzen. Als in groepsverband aan de lotto wordt deelgenomen, dan kan alleen degene op wiens naam het lottoformulier staat jegens de organisator aanspraak maken op de prijs en die speler is dus kansspelbelasting verschuldigd (zie HR 14 november 1979, nr. 19.534, BNB 1979/325). X maakt niet aannemelijk dat de inspecteur in strijd met het gelijkheidsbeginsel heeft gehandeld door in de meerderheid van vergelijkbare gevallen wel saldering van prijzen en inzetten binnen het heffingstijdvak toe te passen. Eén geval betreft namelijk een afgewezen compromisvoorstel en de stukken met betrekking tot de overige gevallen zijn niet duidelijk genoeg. Vanwege de overschrijding van de redelijke termijn krijgt X wel een immateriële schadevergoeding van € 1.000. Het beroep van X is slechts in zoverre ongegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Kansspelbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 12 januari