Belanghebbende, X, is een vennootschap onder firma die belastingplichtig is voor de omzetbelasting. De vennoten van X maken wegens gemoedsbezwaren geen gebruik van internet. De inspecteur accepteert de papieren aangifte van X niet en legt naheffingsaanslagen op met verzuimboeten wegens betaal- en aangifteverzuimen.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de verplichte elektronische aangifte van omzetbelasting niet in strijd is met de vrijheid van godsdienst als bedoeld in art. 9 EVRM, art. 10 Handvest EU en art. 18 IVBPR. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de wettelijke verplichting tot het doen van elektronische aangifte en het daarmee noodzakelijkerwijs gemoeide gebruik van internet geen betrekking op enige vorm van het tot uiting brengen van godsdienst of overtuiging. Het internet mag naar de overtuiging van de vennoten weliswaar een verzamelplaats van onwenselijke en onoorbare zaken zijn maar de rechtbank is van oordeel dat de vennoten door het gebruik van internet voor het voldoen aan de elektronische aangifteverplichting niet op enige wijze in de uiting van hun geloofsovertuiging worden beperkt. De stelling van X dat de verplichting tot het doen van elektronische aangifte in strijd is met de vrijheid van godsdienst slaagt daarom niet. Het beroep is wel gegrond omdat X aan de gang van zaken in voorgaande jaren het vertrouwen mocht ontlenen dat de papieren aangifte nog zou worden geaccepteerd. De verzuimboeten komen te vervallen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8-2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 12 april