Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de verplichte vrijstelling van art. 14 lid 1 onderdeel a EG-richtlijn 2003/96 van toepassing is op energieproducten die worden gebruikt voor de productie van elektriciteit. Dit geldt ook als deze producten worden gebruikt voor warmte-krachtkoppeling.

Cristal Union exploiteert in Frankrijk een warmte-krachtkoppelingseenheid, waarvoor zij aardgas als brandstof gebruikt. De opgewekte warmte en elektriciteit worden vervolgens gebruikt voor de productie van suiker. De leverancier van het aardgas draagt terzake van de levering een heffing af. Deze heffing wordt doorberekend in de prijs die Cristal Union voor het aardgas moet betalen. Cristal Union is echter van mening dat er een vrijstelling geldt voor de aardgasleveringen. De Franse rechter stelt een prejudiciële vraag in deze zaak.

Het Hof van Justitie EU oordeelt dat de verplichte vrijstelling van art. 14 lid 1 onderdeel a EG-richtlijn 2003/96 van toepassing is op energieproducten die worden gebruikt voor de productie van elektriciteit. Dit geldt volgens het Hof van Justitie EU ook als deze producten worden gebruikt voor warmte-krachtkoppeling in de zin van art. 15 lid 1 onderdeel c EG-richtlijn 2003/96. Het Hof van Justitie EU merkt hierbij op dat art. 14 lid 1 onderdeel a EG-richtlijn 2003/96 een voor de lidstaten onvoorwaardelijke verplichting bevat om de energieproducten die worden gebruikt voor de productie van elektriciteit, vrij te stellen.

[Bron Uitspraak]

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 8 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen