In Nederland is, in tegenstelling tot Duitsland, gekozen voor een zo eenvoudig mogelijke vliegbelasting met een vlak tarief, waarbij geen rekening wordt gehouden met negatieve externe effecten van lange afstandsvluchten. Dit schrijft staatssecretaris Van Rij van Financiën in antwoord op Kamervragen.
Kamerlid Bamenga (D66) stelt vragen over de Nederlandse vliegbelasting naar aanleiding van het krantenbericht ‘Duitsland verhoogt vliegtaks: nu 71 euro op belasting op verre vlucht’. Lange vluchten worden in Nederland niet hoger belast dan korte vluchten, zoals in Duitsland het geval is. Een differentiatie van het tarief beprijst weliswaar beter de negatieve externe effecten van lange vluchten, maar maakt de vliegbelasting complexer. Ook kunnen er volgens de staatssecretaris gevolgen zijn voor de netwerkkwaliteit van de Nederlandse luchthavens.
Nederland zet zich volgens de staatssecretaris voortdurend in voor de harmonisatie van belastingen op vliegen, maar het draagvlak hiervoor is in de EU nog beperkt. Het initiatiefrecht voor het indienen van een voorstel over Europese vliegbelasting ligt bij de Europese Commissie, maar die heeft op dit moment geen concrete plannen.
Inhoudelijk reageert de staatssecretaris niet op vragen over alternatieven voor de huidige vliegbelasting die worden genoemd in een intern ambtelijk rapport dat is geschreven ten behoeve van de formatie. Een mogelijke verdere aanpassing van de vliegbelasting is aan een nieuw kabinet. De geraamde opbrengst van de vliegbelasting bedraagt in 2025 € 792 miljoen oplopend tot € 943 miljoen in 2029.
Wetsartikelen:
Wet belastingen op milieugrondslag 72
Rubriek: Europees belastingrecht, Milieuheffingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 7 juni
Informatiesoort: VN Vandaag