X heeft in de jaren 2008 en 2009 teveel wachtgeld ontvangen van de Gemeente Rotterdam. Het teveel ontvangen wachtgeld, € 26.036, is vanaf juni 2010 in maandelijkse termijnen verrekend met de uitkering van X. In juni 2010 doet X een nader verzoek tot wijziging van de voorlopige aanslag ib/pvv over het jaar 2010. Het bedrag van € 26.036 wordt als betaalde alimentatie aangemerkt. Bij het invullen van dit wijzigingsverzoek heeft X hulp gehad van een medewerker van de klantendienst van de Belastingdienst. In zijn aangifte ib/pvv over het jaar 2010 heeft X het bedrag van € 26.036 als negatieve inkomsten uit vroegere arbeid in aanmerking genomen. In geschil is of X in aanmerking komt voor deze aftrek vanwege de terugbetalingsverplichting aan de Gemeente Rotterdam. Volgens Rechtbank Den Haag staat vast dat het teveel ontvangen wachtgeld in 2010 en latere jaren is verrekend met de uitkeringen van X. De gemeente heeft alleen het saldo-bedrag als loon in aanmerking genomen over de genoemde maanden. X heeft geen bedragen overgemaakt naar de gemeente. De aftrek van negatief loon is dan niet mogelijk en de aanslag is opgelegd in overeenstemming met de wettelijke bepalingen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel van X, omdat X door een medewerker van de belastingdienst is geholpen bij het invullen van een verzoek tot wijziging van zijn voorlopige aanslag inkomstenbelasting, wordt door de rechtbank verworpen. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 19 mei