Op 18 november 2013 schenkt A € 10.000 aan belanghebbende, X. X lost hiermee een deel van de hypotheek op de eigen woning af, en doet een beroep op de tijdelijke verruiming van de vrijstelling voor de schenkbelasting. Op 9 december 2014 schenkt A € 12.000 aan X. Ook dit bedrag gebruikt X om haar hypotheek mee af te lossen. Tevens doet zij weer een beroep op de tijdelijk tot € 100.000 verruimde vrijstelling voor de schenkbelasting als bedoeld in art. 33a SW 1956. Volgens de inspecteur heeft X echter niet nog een keer recht op de verruimde vrijstelling.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de verruimde vrijstelling schenkbelasting slechts geldt voor één kalenderjaar. De rechtbank wijst daarbij op de tekst van de wet en de wetsgeschiedenis. Hieraan doet volgens de rechtbank niet af dat een passage in de memorie van toelichting op zichzelf de indruk zou kunnen wekken dat de vrijstelling van toepassing is voor de gehele periode van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015. In de wettekst en in de nota naar aanleiding van het verslag is namelijk duidelijk vermeld dat de vrijstelling voor één kalenderjaar geldt. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingrecht algemeen, Schenk- en erfbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 15 september