Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het verschil in heffing van kansspelbelasting betreffende binnen- en buitenlandse internetpokerspelen niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel.

X woont in Nederland en neemt deel aan buitenlandse pokerspelen via internet. De  aanbieders van de internetpokerspelen zijn buiten de EU gevestigd. In maart 2013 heeft de inspecteur X de in geschil zijnde naheffingsaanslag kansspelbelasting over het jaar 2008 opgelegd. X komt daartegen in beroep. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de naheffingsaanslag kansspelbelasting over het jaar 2008 terecht en niet tot een te hoog bedrag vastgesteld. Hierbij neemt de rechtbank onder andere het volgende in aanmerking. Ten eerste is de rechtbank van mening dat een (internet)pokerspel een kansspel is en geen behendigheidsspel. Voorts acht de rechtbank het onderscheid in maatstaf van heffing voor de resultaten behaald bij buitenlandse internetpokerspelen (heffing bij deelnemer) en binnenlandse internetpokerspelen (heffing bij organisator) niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel. De maatstaf van heffing is niet in strijd is met artikel 14 EVRM en artikel 26 IVBPR omdat het gemaakte onderscheid door de wetgever niet van redelijke grond ontbloot is. Het beroep van X op schending van het EU-recht baat hem evenmin aangezien de betreffende internetgokbedrijven buiten de EU zijn gevestigd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de kansspelbelasting 3

Wet op de kansspelbelasting 2

Wet op de kansspelbelasting 1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Kansspelbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 12 maart

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen