Het kabinet is van mening dat binnen de EU verschillen in brandstofprijzen blijven bestaan. De brandstofprijzen binnen de EU zijn een discretionaire bevoegdheid van individuele lidstaten, rekening houdend met minimumtarieven. Dat antwoordt staatssecretaris Van Rij van Financiën op vragen inzake het schriftelijk overleg periodiek monitoren grenseffecten.
Zoals reeds toegezegd wordt het onderzoek uit 2014 herhaald. Dit onderzoek bevat een analyse van de pompprijzen in de grensregio en het binnenland voor verschillende typen tankstations. Ook wordt een analyse gedaan op basis van de gegevens van de Europese Commissie van de prijsverschillen met de buurlanden. Daarnaast is het streven om ook de effecten van de accijnsverlaging per 1 juni 2022 in Duitsland te monitoren.
De resultaten worden in het najaar van 2022 gedeeld met de Kamer, gelijk met de stukken van het Belastingplan 2023.
Ten aanzien van de grensregio in het algemeen merkt de staatssecretaris op dat minister Bruins Slot van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties recent een Kamerbrief heeft gestuurd die de Tweede Kamer informeert over het programma Regio’s aan de Grens. Daarnaast is in het coalitieakkoord € 900 miljoen vrijgemaakt voor nieuwe regiodeals. In april 2022 is een Kamerbrief gestuurd met de contouren en het proces van de nieuwe deals.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Accijns en verbruiksbelastingen
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 20 juni