Aan belanghebbende, X, is op 19 april 2018 een naheffingsaanslag parkeerbelasting ter hoogte van € 90,50 opgelegd. De heffingsambtenaar heeft hoger beroep in gesteld tegen de uitspraak van de rechtbank. In geschil is of de verschuldigdheid van de parkeerbelasting voldoende duidelijk was. Gerechtshof Den Haag acht de verschuldigdheid van parkeerbelasting ter plaatse voldoende kenbaar. Anders dan bij de rechtbank maakt de heffingsambtenaar nu wel inzichtelijk dat rond de parkeerplaats bebording en een parkeerautomaat aanwezig is. X geeft aan dat hij de bebording en de parkeerautomaat over het hoofd heeft gezien. Het hof verwerpt dit standpunt en geeft aan dat van een parkeerder wordt verwacht dat hij onderzoekt of er parkeerbelasting verschuldigd is. Verder is gebleken dat bij het inrijden van de straat waar x geparkeerd heeft bebording aanwezig is waarop de verschuldigdheid van parkeerbelasting staat weergeven. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 9 augustus