Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de stellingen van X geen aanleiding geven om meer uitgaven voor zorgkosten in aftrek toe te staan dan de inspecteur al heeft gedaan.

X lijdt aan de ziekte hereditair angio-oedeem. Zij brengt in haar aangifte IB/PVV 2019 uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek. De inspecteur ziet aanleiding om af te wijken van deze aangifte. De in aftrek toegestane kosten verminderen het belastbare inkomen van X nu niet meer, omdat zij niet boven de drempel uitkomen. X meent recht te hebben op een hogere aftrek dan de inspecteur heeft toegestaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de stellingen van X geen aanleiding geven om meer uitgaven voor zorgkosten in aftrek toe te staan dan de inspecteur al heeft gedaan. X heeft geen verklaring van een arts overgelegd ter onderbouwing van de geclaimde dieetkosten en de geclaimde kosten voor medicijnen heeft X evenmin onderbouwd door het overleggen van concrete documenten zoals facturen en bonnetjes. X verklaart daarbij dat zij door haar verslechterende ziektebeeld in 2019 de administratie niet op orde had. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de situatie van X ontslaat dat haar niet van haar verplichting om voor de geclaimde aftrek het benodigde bewijs te leveren. X' beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.18

Wet inkomstenbelasting 2001 6.17

Wet inkomstenbelasting 2001 6.1

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 16 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

338

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen