Belanghebbende, de heer X, is luchtverkeersleider en is door de Bundeswehr als zodanig gedetacheerd bij een privaatrechtelijke instelling (F). Tijdens zijn detachering behoudt X zijn militaire verplichtingen tegenover de Bundeswehr. X woont in Nederland en is hier binnenlands belastingplichtig. Het Duitse sociale verzekeringsstelsel is echter op hem van toepassing. In 2011 betaalt X een Versorgungszuslag van € 11.107 aan het Duitse Ministerie van Defensie om zijn pensioenrechten veilig te stellen. Hiervan is € 5.496 als werkgeversbijdrage door F aan X vergoed. In geschil is of X de betaalde Versorgungszuslag in mindering op zijn inkomen kan brengen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de inspecteur de aftrek terecht geweigerd. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat het gelijkheidsbeginsel met zich meebrengt dat de aanspraken die X aan de Versorgungszuslag ontleent op dezelfde wijze worden behandeld als aanspraken ingevolge de Rentenversicherung (zie Besluit 24 maart 2014, nr. DGB2014/144M, V-N 2014/19.7). Dit besluit werkt namelijk terug tot 1 januari 2013 en toen stond de onderhavige IB-aanslag nog niet onherroepelijk vast. Het Duitse militaire pensioen is naar Nederlandse maatstaven ook niet bovenmatig. De verplichting tot het betalen van Versorgungszuslag vloeit rechtstreeks voort uit zijn arbeidsovereenkomst met F en is dus negatief loon (zie HR 26 november 2010, nr. 09/04697, V-N 2010/62.14). Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.82
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 27 november