De Hoge Raad oordeelt dat het hof er terecht van uit is gegaan dat het verstrekken van een onzakelijke lening niet reeds naar zijn aard meebrengt dat sprake is van een schenking. Er is ook geen sprake van een schenking onder de opschortende voorwaarde dat het debiteurenrisico zich verwezenlijkt.
A bv leent in 2007 € 166.670 aan B bv tegen 6% rente. De aandelen B bv zijn in handen van belanghebbende, X, en de aandelen A bv zijn in handen van zijn vader. Op 2 januari 2008 wordt de lening uitgebreid tot € 346.101. De lening is onzakelijk. De schuld wordt vervolgens in 2014 kwijtgescholden. De inspecteur stelt zich op het standpunt dat met het verstrekken van de aanvullende lening een schenking heeft plaatsgevonden. Deze schenking heeft dan plaatsgevonden onder de opschortende voorwaarde dat het debiteurenrisico van de onzakelijke lening zich manifesteert (art. 1 lid 9 SW 1956). Dat is volgens de inspecteur bij de kwijtschelding in 2014 het geval. Hij legt daarom een aanslag schenkbelasting op naar een verkrijging van € 346.101, de hoofdsom van het in 2008 geleende bedrag. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank de aanslag 2014 terecht heeft vernietigd. De schenking heeft in 2008 plaatsgevonden, toen art. 1 lid 9 SW nog niet gold. Verder is van een opschortende voorwaarde geen sprake. De staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof er terecht van uit is gegaan dat het verstrekken van een onzakelijke lening niet reeds naar zijn aard meebrengt dat sprake is van een schenking. Er is ook geen sprake van een schenking onder de opschortende voorwaarde dat het debiteurenrisico zich verwezenlijkt. De aanslag schenkbelasting is dan ook terecht vernietigd. De Hoge Raad gaat vervolgens nog in op situaties waarbij bij het verstrekken van een onzakelijke lening wel sprake kan zijn van een (on)voorwaardelijke schenking. Verder merkt de Hoge Raad nog wel op dat de stelling van de staatssecretaris, dat het belastbare feit zich na 1 januari 2010 heeft voorgedaan, juist is. Dit kan, gezien het vorenstaande, echter niet leiden tot cassatie.
Lees ook het thema De onzakelijke lening.
Wetsartikelen: