De Belastingdienst ondervindt wel degelijk hinder van de vertrekregeling in haar toezichtsactiviteiten. Dat heeft Staatssecretaris Snel van Financiën geantwoord op vragen vanuit de Tweede Kamer naar aanleiding van het bericht dat duizenden risicovolle aangiften niet door de Belastingdienst worden gecontroleerd.

De staatssecretaris geeft aan dat het bericht gaat over 25.000 aangiften vennootschapsbelasting van het MKB over het belastingjaar 2016. De aangiften vallen in categorie 2, dat wil zeggen het gaat om: aangiften waarbij de aandeelhouder geld heeft geleend van de eigen bv (90%), aangiften van stichtingen en verenigingen (9%) en aangiften van bv’s waarvan de aandeelhouder is geëmigreerd naar het buitenland (1%).

Van de ontvangen 683.000 aangiften VPB over het belastingjaar 2016 zijn 120.000 aangiften uitgeworpen met relevante risico’s. Deze aangiften worden verdeeld in drie categorieën. Categorie 1 heeft het hoogste risicoprofiel. Deze aangiften krijgen de hoogste prioriteit en worden allemaal inhoudelijk beoordeeld. Over 2016 ging dit om 56.000 aangiften. Verder is er een categorie 2 met aangiften die een nadere beoordeling vragen en op basis daarvan worden ingedeeld in categorie 1 of 3 en is er een categorie 3 met aangiften die kunnen worden afgedaan. In november 2018 waren er nog 25.000 aangiften in categorie 2.

Of de categorie 2 aangiften die naar categorie 3 zijn gegaan en die zijn afgedaan tot meer belastinginkomsten hadden geleid als ze wel gecontroleerd waren, is niet te zeggen. Het is praktisch onmogelijk om alle aangiften individueel te bekijken. Daarom wordt risicogericht toezicht ingezet. Ook op risicovolle aangiften vindt dus toezicht plaats.

Op dit moment zijn er nog 3400 openstaande vacatures. Met de invulling daarvan komt er meer capaciteit beschikbaar.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 18 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen