Rechtbank Gelderland oordeelt dat de heer X de totale verkoopopbrengst van de verpande auto's als beloning voor zijn werkzaamheden heeft genoten. Het beroep van de inspecteur op interne compensatie mag er niet toe leiden dat de naheffing hoger wordt dan het eerder aangekondigde bedrag.

De heer X exploiteert een eenmanszaak. X is tot 2009 gehuwd met mevrouw F. Sinds 2012 is X geregistreerd partner van mevrouw C. Vanaf 2007 verricht X werkzaamheden voor twee bv's en haar uiteindelijke aandeelhouder, de heer G. Doel van de werkzaamheden is om een faillissement te voorkomen. Aangezien de nota's van X niet betaald kunnen worden, wordt een pandrecht gevestigd op drie auto's van G, zijnde een Bentley, een Lamborghini en een Mercedes. X zet de auto's op zijn naam en in 2009 en 2010 verkoopt hij deze voor respectievelijk € 75.000, € 80.000 en € 40.000. De Belastingdienst start een onderzoek als een van bv van G aftrek van voorbelasting claimt voor een factuur van X, terwijl X deze btw niet heeft aangegeven. In geschil is de btw-naheffing bij X over 2008, 2009 en 2010 van € 68.165.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X de totale verkoopopbrengst van de verpande auto's als beloning voor zijn werkzaamheden heeft genoten. X stelt vergeefs dat de inspecteur in de bezwaarfase per brief heeft toegezegd dat de verkoopopbrengst van de verpande auto's buiten de naheffing zou blijven. De geoorloofde nieuwe grondslag voor de naheffing is namelijk dat X door de pandverkopen omzet heeft verzwegen. De interne compensatie mag er echter niet toe leiden dat de naheffing hoger wordt dan € 29.635. Dat is namelijk de totale naheffing die in het slot van de betreffende brief wordt genoemd. Dit volgt uit het vertrouwensbeginsel (zie HR 30 maart 2007, nr. 42.882, V-N 2007/17.5. De naheffing wordt daarom verminderd tot € 29.635. X heeft ten onrechte aftrek van voorbelasting voor de advocaatkosten geclaimd die verband houden met zijn echtscheiding en de afwikkeling daarvan. Het beroep van X is gegrond. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X voor alle negen samenhangende zaken een immateriële schadevergoeding van € 1500.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 9 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen