Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op het bloemencorso. X kan namelijk een in rechte gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen aan het Besluit Toelichting Tabel I (Besluit Staatssecretaris van Financiën van 31 maart 2022, 2022-6334, Stcrt. 2022, 9114, V-N 2022/26.11).

X, een stichting, organiseert jaarlijks een bloemencorso waarbij praalwagens door de straten rijden. Voor het bezoeken van dit evenement moeten bezoekers een entreeticket aanschaffen. Tijdens de optocht vinden ook optredens plaats. X heeft over het tweede en derde kwartaal van 2023 BTW voldaan. X maakt bezwaar tegen de voldoening op aangifte. De inspecteur verklaart de bezwaren ongegrond. X stelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op het verlenen van toegang tot het bloemencorso, omdat het evenement als een show met cultureel amusement moet worden beschouwd. In beroep is in geschil is of het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op het verlenen van toegang tot het bloemencorso.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlenen van toegang tot het bloemencorso en de tijdens de optocht verzorgde optredens als één ondeelbare economische prestatie moeten worden aangemerkt. Het verlaagde BTW-tarief is in beginsel niet van toepassing omdat het bloemencorso niet onder de begrippen 'muziekuitvoeringen' en 'toneeluitvoeringen' valt. Echter, het verlaagde BTW-tarief is toch van toepassing op basis van het vertrouwensbeginsel. X kan namelijk een in rechte gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen aan het Besluit Toelichting Tabel I (Besluit Staatssecretaris van Financiën van 31 maart 2022, 2022-6334, Stcrt. 2022, 9114, V-N 2022/26.11). De besluitgever geeft in dat besluit een betekenis aan de begrippen ‘muziekuitvoeringen’ en ‘toneeluitvoeringen’ die, in de optiek van de rechtbank, ruimer is dan wat wettelijk bepaald is door “het verlenen van toegang tot een 'show’ waarbij het geheel van het aangebodene wordt ervaren als cultureel amusement/vermaak” ongeclausuleerd ook onder de begrippen 'muziekuitvoeringen’ en ‘toneeluitvoeringen te scharen. Het beroep op het vertrouwensbeginsel slaagt. X' beroep is gegrond. De rechtbank verleent een teruggaaf van € 6.630 voor het tweede kwartaal en € 52.760 voor het derde kwartaal van 2023.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 7

Wet op de omzetbelasting 1968 Tab I-B art. 14

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Omzetbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 26 maart

Informatiesoort: VN Vandaag

40

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen