X bv is gespecialiseerd in de verkoop van orthopedisch schoeisel. Daarnaast houdt zij zich ook bezig met het op medisch voorschrift aanpassen van confectieschoenen. Na de aanpassing resteert van de confectieschoen alleen nog de zichtbare bovenkant en het dunne stukje leer waaraan deze bovenkant is gehecht.Voor de levering van de (semi-)orthopedische schoenen geldt het verlaagde btw-tarief. In geschil is of de aanpassing leidt tot de vervaardiging van orthopedische schoenen, zodat hierop ook het verlaagde btw-tarief van toepassing is. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt X bv is het ongelijk. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt echter dat door de aanpassing in wezen nieuwe schoenen worden gemaakt (zie HR 19 november 2010, nr. 08/01021, V-N 2010/62.21), zodat het verlaagde btw-tarief wel van toepassing is. De Staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de aanpassing van confectieschoenen leidt tot de vervaardiging en oplevering van nieuwe goederen, te weten orthopedisch schoeisel. Deze diensten vallen onder het verlaagde btw-tarief. Het arrest nr. 08/01021 houdt niet in dat met betrekking tot het begrip vervaardigen voor onroerende zaken een andere maatstaf geldt dan voor roerende zaken. De oordelen van het hof kunnen voor het overige, als verweven met waarderingen van feitelijke aard, in cassatie niet op juistheid worden getoetst. Zij zijn ook niet onbegrijpelijk of onvoldoende gemotiveerd. Het beroep van de Staatssecretaris is ongegrond.