Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de vervolgingskosten door de belastingdeurwaarder bij dwangbevel in rekening kunnen worden gebracht middels het aan X betekende exploot. De vermelding daarin van de kosten vormt een beschikking waartegen administratief beroep bij de ontvanger open staat.
Aan belanghebbende X, een in vof-verband gedreven juweliersgroothandel, wordt met dagtekening 28 november 2018 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd. Deze wordt door de ontvanger vanwege verduisteringsgevaar meteen geheel invorderbaar verklaard. De belastingdeurwaarder betekent de navorderingsaanslag op 28 november 2018 aan X. Op dezelfde dag wordt een dwangbevel uitgevaardigd. Op het formulier van het dwangbevel zijn geen vervolgingskosten vermeld. In het exploot van de belastingdeurwaarder is vermeld dat de betekeningskosten € 12.197 bedragen, maar dat X deze niet verschuldigd is als zij de schuld binnen twee dagen betaalt. X betaalt niet. Zij maakt op 6 december 2018 bezwaar tegen de op 28 november 2018 in rekening gebrachte betekeningskosten. Bij beschikking van 7 december 2018 brengt de belastingdeurwaarder X € 12.197 aan vervolgingskosten in rekening vanwege het niet-voldoen van de naheffingsaanslag. Daartegen maakt X op 10 december 2018 bezwaar. De ontvanger handhaaft op 29 maart 2019 de aan X op 28 november 2018 in rekening gebrachte kosten. Volgens X is het bedrag van de vervolgingskosten haar niet op 28 november 2018 in rekening gebracht maar op 7 december 2018. Het bezwaarschrift van 6 december 2018 had volgens haar niet-ontvankelijk verklaard moeten worden.
Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat de vervolgingskosten door de belastingdeurwaarder bij het dwangbevel van 28 november 2018 aan X in rekening zijn gebracht middels het aan X betekende exploot. De vermelding daarin van de kosten vormt een beschikking waartegen administratief beroep bij de ontvanger open staat. De ontvanger heeft 'het bezwaar' (dat moet worden geduid als administratief beroep) in zijn uitspraak van 29 maart 2019 terecht ontvankelijk verklaard. Van schending van het Unierechtelijke verdedigingsbeginsel is geen sprake. De beschikking van 7 december 2018 ontbeert volgens het hof rechtskracht omdat betekeningskosten niet tweemaal in rekening kunnen worden gebracht. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Kostenwet invordering rijksbelastingen 10
Kostenwet invordering rijksbelastingen 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Invordering, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 23 september
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief