X is eigenaar van een woning. De gemeente heeft aan X een WOZ-beschikking afgegeven voor belastingjaar 2009. De WOZ-waarde is bepaald op € 1.825.500. Rechtbank Amsterdam verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk maakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is. De referentieobjecten zijn voldoende vergelijkbaar en de verkoopcijfers ondersteunen de vastgestelde waarde. Aan X kan worden toegegeven dat de werkwijze van de heffingsambtenaar, door voor dezelfde objecten verschillende taxatiewaarden per eenheid (woningdeel en kaveldeel) te gebruiken, in zekere zin verwarrend is. Dit doet echter niet af aan de juistheid van de vastgestelde waarde. Nu het gaat om een bepaling van de waarde op de waardepeildatum 1 januari 2008, is de waardestijging ten opzichte van de voor het vorige belastingjaar of eerdere belastingjaren vastgestelde waarde niet relevant.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 4 april