Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de gemeente met een verwijzing naar de eigen aankoop de WOZ-waarde niet aannemelijk heeft gemaakt ook al ligt de eigen koopsom fors hoger.

X is gebruiker van een groot kantorencomplex met parkeergarage in de gemeente Amsterdam. De WOZ-waarde 2019 is vastgesteld op € 88.356.000. Het object is op 23 december 2016 verkocht voor € 123.583.275.

Rechtbank Amsterdam oordeelt dat de gemeente met een verwijzing naar de eigen aankoop de WOZ-waarde niet aannemelijk heeft gemaakt ook al ligt de eigen koopsom fors hoger. Om de eigen koopsom te herleiden tot een WOZ-conforme transactie dient er gecorrigeerd te worden voor bijvoorbeeld erfpacht, voor de kraag dan wel het gat in de huur en voor het (fictief) leegstandsrisico. De heffingsambtenaar heeft deze correcties echter niet onderbouwd. De rechtbank acht zijn enkele stelling dat het verschil van vijfmaal de getaxeerde jaarhuur tussen de WOZ-waarde en de eigen koopsom voldoende is om de correcties te dekken, onvoldoende. Nu ook de berekening volgens de HWK-methode tekort schiet, verklaart de rechtbank het beroep gegrond en stelt zij de waarde schattenderwijs vast op € 80.000.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Amsterdam

Editie: 18 augustus

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen