Hof ’s-Hertogenbosch verklaart het verzet niet-ontvankelijk omdat de indiener van het hoger beroep geen op zijn naam gestelde recente machtiging heeft ingediend.
X is het niet eens met de uitspraak Rechtbank Zeeland-West-Brabant 21 maart 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:1842. Hof ’s-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens het niet indienen van de gronden. Tegen deze uitspraak komt X in verzet.
Hof ’s-Hertogenbosch verklaart het verzet niet-ontvankelijk omdat de indiener van het hoger beroep geen op zijn naam gestelde recente machtiging heeft ingediend. Hierom is gevraagd omdat er twijfels zijn gerezen over de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de indiener in diverse zaken, onder meer na een aanhouding door de FIOD. Het hof concludeert dat de gemachtigde niet bevoegd is om namens X verzet in te dienen. Hierdoor wordt het verzet niet-ontvankelijk verklaard. Ook als het verzet ontvankelijk zou zijn, blijft het oordeel van het hof hetzelfde. Het hogerberoepschrift bevat geen gronden zoals vereist volgens de Awb. Het hof verwerpt ook het standpunt van X dat een tweede herstelverzuimbrief noodzakelijk is. Tevens wordt X niet gevolgd in zijn stelling dat de niet-ontvankelijkverklaring in strijd is met Unierecht. Er is geen reden voor prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de EU. Het verzet is niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:24
Algemene wet bestuursrecht 6:6
Algemene wet bestuursrecht 6:5
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 27 januari
Informatiesoort: VN Vandaag