Rechtbank Noord-Nederland verklaart zich onbevoegd omdat tegen de afwijzing van de inspecteur van het verzoek van X om ambtshalve vermindering, betreffende de jaren voor 2010, geen beroep bij de bestuursrechter mogelijk is.

X stelt beroep in tegen de brief van de inspecteur van 24 oktober 2017. Daarin wordt X medegedeeld dat de aanslagen ib/pvv over de jaren 2005, 2007 en 2008 niet ambtshalve worden herzien.

Rechtbank Noord-Nederland verklaart zich onbevoegd. Dit omdat tegen de afwijzing van de inspecteur van het verzoek van X om ambtshalve vermindering geen beroep bij de bestuursrechter open staat. Voor de betreffende belastingjaren geldt namelijk artikel 65 AWR. Dit artikel voorziet niet in een afwijzing van een verzoek om ambtshalve vermindering bij voor bezwaar vatbare beschikking. Artikel 9.6, derde lid, Wet IB 2001 geldt alleen voor de belastingjaren over het jaar 2010 en later. De stelling van X dat de weigering van de inspecteur om tot een ambtshalve vermindering over te gaan, leidt tot een schending van het (Europees) gemeenschapsrecht wordt verworpen. De stelling is volgens de rechtbank gebaseerd op een onjuiste lezing en interpretatie van de voorwaarden genoemd in het arrest Kühne & Heitz (HvJ EG 13 januari 2004, ECLI:EU:C:2004:17, BNB 2004/150).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 65

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 9 april

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen