In het kader van een onderzoek naar kunstenares F.C. verzoekt de Spaanse Belastingdienst de Luxemburgse Belastingdienst om inlichtingen te verstrekken. De Luxemburgse Belastingdienst verzoekt B daarop om afschriften te verstrekken van de overeenkomsten die B met vennootschappen E en F had gesloten over de rechten van F.C. Verder verzoekt de Luxemburgse Belastingdienst ook bank A om informatie over rekeningen te verstrekken en over alle activa van F.C. in vennootschap D, vennootschap B of andere door F.C. gecontroleerde vennootschappen. Bij deze verzoeken om informatie wordt er ook op gewezen dat geen beroep kan worden ingesteld. De Luxemburgse rechter stelt prejudiciële vragen in deze zaak.
Advocaat-generaal Kokott concludeert dat een persoon die door Luxemburg wordt verplicht om inlichtingen over een belastingplichtige of derden te verstrekken, deze verplichting kan aanvechten bij de Luxemburgse gerechten. Hetzelfde geldt voor de belastingplichtige en de betrokken derden. Verder merkt de A-G ook op dat Spanje het verzoek om inlichtingen moet motiveren, zodat Luxemburg kan nagaan of het verwachte belang voor de vaststelling van de belastingaanslag door Spanje niet kennelijk ontbreekt. Daarbij moeten uit het verzoek concrete aanwijzingen voor de fiscaalrechtelijk relevante feiten of gebeurtenissen blijken, zodat een ontoelaatbare fishing expedition is uitgesloten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Advocaat-Generaal)
Editie: 14 augustus