Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verzoek om teruggaaf van de leges wegens het niet gebruiken van de vergunningen niet tijdig is gedaan.

X vraagt drie omgevingsvergunningen aan voor de bouw van twee kantoorgebouwen en de wijziging van een gevel. Aan X is een aanslag opgelegd voor deze drie aanvragen. X vraagt om teruggaaf voor de leges voor zover deze betrekking hebben op kantoor B en de gevelwijziging. Hij geeft aan geen uitvoering te zullen geven aan deze omgevingsvergunningen. In geschil is de vraag of de heffingsambtenaar dit verzoek moet toewijzen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar het verzoek niet hoeft toe te wijzen. Het belastbaar feit heeft plaatsgevonden en de leges zijn terecht in rekening gebracht. Gelet op het bepaalde in de legesverordening had het verzoek om teruggaaf vóór 12 september 2018 moeten worden ingediend. Niet in geschil is dat X voor het eerst op 2 juli 2019 verzocht heeft om teruggaaf van de leges. Dit brengt mee dat het verzoek te laat is gedaan. Het verzoek is terecht afgewezen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 14 september

13

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen