De inspecteur legt IB- en VB-navorderingsaanslagen 1990 - 2000 op aan X. De aanslagen zijn opgelegd omdat de inspecteur informatie heeft ontvangen, waaruit is gebleken dat X bankrekeningen heeft aangehouden bij KB Lux die hij niet heeft opgegeven in zijn aangiften. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in navolging van Rechtbank Noord-Nederland dat X tevergeefs ontkent bankrekeningen bij de KB Lux te hebben aangehouden. Het hof acht het relaas van X over identiteitsfraude niet geloofwaardig. In cassatie klaagt X er over dat een van de rechters van de meervoudige kamer van Hof Arnhem-Leeuwarden die de bestreden uitspraak heeft gewezen ook als rechter betrokken was bij een dwangsomprocedure tegen X uit 2014 voor het verstrekken van informatie over de KB Lux rekeningen.
De Hoge Raad oordeelt dat X zijn wrakingsverzoek te laat heeft ingediend. De Hoge Raad stelt daarbij vast dat X zijn klacht in hoger beroep niet naar voren heeft gebracht. Volgens de Hoge Raad blijkt uit de uitspraak van de zaak uit 2014 en het bericht over de rechters die de onderhavige zaak in hoger beroep zullen behandelen dat in beide zaken een rechter met dezelfde voorletter en achternaam onderdeel uitmaakt van het team. Volgens de Hoge Raad is er dan geen sprake van dat X hier pas van op de hoogte is geraakt door de ontvangst van de bestreden uitspraak. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:15