X dient een verzoek in tot herziening van de uitspraak van Hof Amsterdam van 21 december 2017 (nr. 16/00137). De uitspraak betreft de WOZ-waarden van 4 panden in Amsterdam. Het beroep in cassatie van X tegen deze uitspraak is niet-ontvankelijk verklaard (Hoge Raad 8 juni 2018, nr. 18/00642). In 2019 vernietigt de heffingsambtenaar de OZB-aanslagen voor een van panden. X dient daarop het verzoek om herziening in, in verband met een vergoeding van kosten en schade.
Hof Amsterdam (V-N Vandaag 2021/1978) wijst het verzoek om herziening af, omdat niet is voldaan aan de vereisten voor herziening (art. 8:119 Awb). Het hof overweegt hierbij dat de taxatie waarnaar X verwijst weliswaar van vóór de uitspraak is, maar dat deze taxatie niet een feit is dat vóór de uitspraak van 21 december 2017 niet bekend was.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:119
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hoge Raad
Editie: 2 juni