Brief Staatssecretaris van Financiën, 26 november 2013 DB/2013/533 U
De Staatssecretaris van Financiën heeft aan de Tweede Kamer een afschrift gestuurd van zijn antwoord op een brief van de VNG waarin wordt verzocht om een ontheffingsregeling voor de (pseudo)eindheffing op regelingen voor vervroegde uittreding. Hij deelt daarin mee dat in de recente begrotingsafspraken juist is afgesproken dat de middelen voor nieuwe sectorplannen niet worden ingezet voor het financieren van vervroegde uittreding. Hij kan daarom niet voldoen aan het verzoek van de VNG om een tijdelijke ontheffing van de regeling. Hij vestigt daarnaast echter de aandacht op de bestaande mogelijkheid dat de eindheffing niet geheven wordt indien er sprake is van een sociaal plan in het kader van een reorganisatie waarbij de vermindering van het personeelsbestand plaats vindt op basis van objectieve criteria waarbij niet de intentie bestaat ouderen met het oog op vervroegd uittreden te ontslaan. Verder deelt hij mee dat hij het voornemen heeft om goed te keuren dat de beoordeling of is voldaan aan een objectief ontslagcriterium mag plaatsvinden nadat het sociaal plan, inclusief de voorafgaande vrijwillige afvloeiingsregeling, is afgerond. Hij zal daarbij een doelmatigheidsmarge van 10% op het afspiegelingsbeginsel toestaan, zodat een werkgever niet direct wordt afgerekend op een geringe overschrijding van het aantal oudere werknemers dat hij volgens een objectief stelsel zou mogen ontslaan.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 29 november