Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de verzoeken om ambtshalve vermindering terecht niet heeft behandeld omdat deze onverschoonbaar te laat zijn ingediend.

Aan X zijn navorderingsaanslagen IB/PVV 2011 en 2012 inclusief belastingrentebeschikkingen opgelegd. X gaat bezwaar. De inspecteur vermindert na bezwaar de navorderingsaanslagen IB/PVV 2011 en 2012 en de belastingrentebeschikkingen. X gaat in (hoger) beroep. Rechtbank Den Haag en Hof ’s-Hertogenbosch verklaren de beroepen ongegrond. Na de hofuitspraak verzoekt X op 16 augustus 2022 om ambtshalve vermindering van deze navorderingsaanslagen. De inspecteur wijst de verzoeken af omdat deze te laat zijn ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de verzoeken om ambtshalve vermindering terecht niet heeft behandeld omdat deze onverschoonbaar te laat zijn ingediend. De verzoeken zijn gedaan na afloop van de vijfjaarstermijn. Uit hetgeen X heeft aangevoerd volgt niet dat hij de verzoeken niet redelijkerwijs eerder had kunnen indienen. X' beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 45aa

Wet inkomstenbelasting 2001 9.6

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 6 februari

Informatiesoort: VN Vandaag

551

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen