X organiseert cursussen over medische onderwerpen in congresvorm. De cursussen worden gegeven door internationale experts aan artsen en fysiotherapeuten. X brengt haar prestaties tegen het verlaagde omzetbelastingtarief van 6% in rekening. Naar aanleiding van een boekenonderzoek worden over de jaren 2009 en 2010 naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd omdat de prestaties van X volgens de inspecteur in die jaren belast zijn naar het algemene tarief voor de omzetbelasting. X komt uiteindelijk in hoger beroep en claimt de onderwijsvrijstelling.
Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is X met ingang van 1 januari 2011 geregistreerd in het Instellingenregister Beroepsonderwijs zodat haar prestaties vanaf deze datum zijn vrijgesteld. Tussen 1 juli 2010 (datum wijziging artikel 8 Uitv.besl. omzetbelasting 1968) en 1 januari 2011 was X niet geregistreerd, zodat de inspecteur terecht omzetbelasting heeft nageheven naar het algemene tarief. Tot 1 juli 2010 kon X gebruik maken van de overgangsregeling voor de contracten die vóór 1 juli 2010 zijn afgesloten. Dit hield in dat X mocht kiezen tussen de vrijstelling en de berekening van omzetbelasting naar het algemene tarief. X heeft voor de berekening van omzetbelasting gekozen. Op deze keuze kan zij volgens het hof niet terugkomen. Dat zij het verkeerde tarief heeft toegepast betekent niet dat zij alsnog voor de vrijstelling kan kiezen nu dit gunstiger voor haar is. De naheffingsaanslagen worden gehandhaafd.
Wetsartikelen:
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 8
Wet op de omzetbelasting 1968 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 maart