Belanghebbende, X bv, verzorgt in opdracht van Stichting D de lotnummercorrespondentie van een loterij. X bv vervaardigt het drukwerk en verstuurt dit per post aan alle deelnemers toe die vast (automatisch) aan de loterij van D deelnemen. Jaarlijks zijn er zestien trekkingen. Volgens X bv moet de correspondentie worden aangemerkt als 'andere tenminste driemaal per jaar periodiek verschijnende uitgaven' (Tabel I post a.30) waarop het verlaagde btw-tarief van 6% van toepassing is. De inspecteur stelt dat het hoofdzakelijk reclamemateriaal is voor deelname aan de extra trekkingen en dat reclamefolders ook geen periodieke uitgaven zijn.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat een individueel bewijs van deelname aan de loterij met bijlagen geen folder, brochure of soortgelijk drukwerk is. Folders en brochures zijn veeleer publicaties met een informatief karakter, die in één keer in meerdere exemplaren worden geproduceerd en verspreid. X bv beroept zich vergeefs op twee oude uitspraken van Hof Den Haag (18 februari 1986, nr. 190/85, V-N 1987/1291.32 en 24 juni 1992, nr. 91/3549, V-N 1992/3429. 17). Daar ging het namelijk om verpachtingslijsten en posters, die wel op één lijn zijn te stellen met folders en brochures. Er kan in het midden blijven of de lotnummercorrespondentie uitsluitend of hoofdzakelijk uit reclamemateriaal bestaat. Het beroep van X bv is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 9
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 16 december