Rechtbank Den Haag oordeelt dat een terugwijzing naar de inspecteur vanwege schending van de hoorplicht alleen maar leidt tot verlenging van de procedure in eerste aanleg. De uitspraak op bezwaar wegens schending van de hoorplicht wordt vernietigd, maar de verzuimboete uit de beslissing op bezwaar blijft gehandhaafd.

X doet na daartoe te zijn herinnerd en aangemaand de aangifte IB/PVV 2018 een paar dagen te laat. De inspecteur legt daarom een verzuimboete op. Na bezwaar handhaaft de inspecteur de verzuimboete, zonder X voorafgaand daarover te horen. X komt in beroep.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat een terugwijzing naar de inspecteur om alsnog te horen in casu alleen maar leidt tot verlenging van de procedure in eerste aanleg. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar wegens schending van de hoorplicht maar laat de rechtsgevolgen van de uitspraak in stand. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van afwezigheid van alle schuld. De rechtbank stelt geen proceskostenvergoeding vast.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:72

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Algemene wet bestuursrecht 7:2

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 12 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen