Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van avas en dat de boete terecht is opgelegd. Nu er sprake is van stelselmatig verzuim, is ook terecht een verzuimboete naar het wettelijke maximum opgelegd.

X moet uiterlijk 17 november 2017 haar IB-aangifte 2016 indienen. Nadat de inspecteur in mei 2018 de aanslag ambtshalve vaststelt en daarbij een verzuimboete van € 5278 oplegt, dient X in augustus 2018 alsnog een aangifte in. Zij maakt daarbij bezwaar tegen zowel de aanslag als de boete. De inspecteur vermindert de aanslag, maar handhaaft vervolgens de boete.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van afwezigheid van alle schuld en dat de boete terecht is opgelegd. Volgens de rechtbank levert het feit dat de accountant van haar man ook de IB-aangifte van X verzorgt, en dat deze de aangifte niet (tijdig) heeft ingediend, namelijk geen avas op. Een en ander dient voor rekening en risico van X te komen. Ook is er volgens de rechtbank geen uitstel verleend. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat ook de hoogte van de boete correct is. X heeft namelijk de IB-aangiften over de jaren 2012 - 2015 ook niet tijdig ingeleverd. Volgens de rechtbank is er dan sprake van stelselmatig verzuim en is terecht een verzuimboete naar het wettelijke maximum opgelegd.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 2012 21

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 4 juni

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen