Rechtbank Zeeland-West-Brabant verlaagt de verzuimboete voor het niet tijdig indienen van de aangifte inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) over het jaar 2019 vanwege de complexe problematiek van belanghebbende.

X doet over het jaar 2019 geen tijdige aangifte IB/PVV en verzuimt in eerdere jaren ook stelselmatig om tijdig aangifte te doen. De inspecteur legt voor 2019 een verzuimboete van € 5.514 op. X stelt dat hij door ziekte niet in staat is om tijdig aangifte te doen en beroept zich op afwezigheid van alle schuld. In geschil is of de verzuimboete terecht en tot een juist bedrag is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van avas en dat de verzuimboete terecht is opgelegd. Echter, gelet op alle feiten en omstandigheden, waaronder de complexe problematiek van X, acht de rechtbank de verzuimboete te hoog. De rechtbank verlaagt de verzuimboete naar € 3.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 21

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Premieheffing, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 29 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

44

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen